Dr Albert M. Kroon

arts-biochemicus

oud-hoogleraar  Fysiologische Chemie RUG

Één twee drie vier Ritalien,

Wie niet weg is, is gezien!

 

De aanhef bij het interview met de Alzheimer-deskundige Philip Scheltens in Medisch Contact van 18 juni trok mijn aandacht: “Als ik nú kind was, had ik vast ADHD”. De weerklank van mijn aanwezigheid op de etage boven de winkel van mijn ouders toen ik nog kind was, heeft ook herhaaldelijk voor mij tot deze verwachting geleid. Het probleem is dat ADHD niet een kinderziekte meer is, maar langzamerhand een aandoening zou zijn voor alle leeftijden, die dan ook nog een indicatie geeft voor de kans op toekomstige criminalisering. Vandaar dat medicatie voor de hand moest liggen. Gelukkig is daarvoor door de farmaceutische industrie een middel ontwikkeld met de roepnaam Ritaline. Helaas zijn de geleerden het nog niet eens over de vraag of de potentiële nevenwerkingen de werkingen ernstig in de weg staan.

Recent zijn er twee boeken verschenen, waarin het probleem van de ongeremde medicatie met ritaline aan de orde wordt gesteld. Het betreft de 4de druk van “Betere Mensen: over gezondheid als keuze en koopwaar” van Trudy Dehue en de Nederlandse vertaling van een boek van Peter C. Gøtzsche “Dodelijke Psychiatrie en stelselmatige ontkenning”. In beide boeken komt ADHD uitgebreid aan de orde in de bredere context van de relatie van wetenschap, gezondheidszorg en farmaceutische industrie. Dat er een gouden driehoek bestaat voor samenwerking van universiteiten, bedrijfsleven en overheid, stemt mij ook niet vrolijk. Maar ja, gouden (trouw)ringen kunnen ook breken.

In de driehoeksverhouding loopt het met betrekking tot het oncologisch onderzoek ook niet echt ideaal. De enorme investeringen van universiteiten die gelieerd zijn aan de industrieel gefinancierde klinische onderzoekingen gericht op de “personalized medicines” voeren wel tot dure medicaties maar leveren voor de kwaliteit van leven en voor overleving helaas niet veel op. Voor onderzoek naar nieuwe indicaties met geneesmiddelen, die al jaren uit hun patent zijn, loopt de farmaceutische industrie uiteraard niet warm. Omdat regelgeving vergelijking met placebo prefereert boven vergelijking met al bestaande middelen, is de gouden driehoek ver van gelijkzijdig. Als de standaardprocedure voor klinische studies qua bekostiging en controlegroepen zou worden aangepast, zijn flinke besparingen te verwachten.

Dat ligt voor het ritaline moeilijker. Niet in de laatste plaats door de aanpassingen in de vijfde editie van het Diagonstisch en Statistisch Handboek voor Hersenziekten (DSM-5), dat op het voorschrijven van ritaline voor mensen met ADHD is toegeschreven. Op pagina 166 van het genoemde boek van Gøtzsche is een tabel te vinden. Geschikt voor een gezelschapspel. Laten invullen en uitwerken: uw gezelschap zal grotendeels uit ADHDers bestaan. Dat doet me denken aan verstoppertje spelen als kind:1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, tien, wie niet weg is gezien (voor ritalien in dit geval).

Haarlem

22 juni 2017