Een fantasie over kanker screening!
In de kanker-special van de Lancet, een toonaangevend medisch vakblad, verscheen in december vorig jaar een interessant artikel met als titel: “European position statement on lung cancer screening” i. Stephanie Thierens wijdde daar in Medisch Contact van 7 december 2017 al een artikel aanii. Screening is ook een gewoon Nederlands woordiii.
Waar gaat het over? Het betreft een uitspraak namens de Europese Gemeenschap dat het mogelijk is met een beperkte dosis bestraling via een CT scaniv in een vroeg stadium al kleine uitzaaiingen van longkanker te ontdekken. Als de uitzaaiing (metastase) groter is dan 200 mm3 is die op te sporen. 1 mm3 komt overeen met 109 µm3.
Wat betekent dat? Stel dat het volume van een enkele kankercel 125.000 µm3 bedraagt, dan bevat een metastase van 250.109 µm3 dus 2.106 kankercellenv.
Bij een delingscyclus van 2 dagen ontstaat vanuit een enkele uitgezaaide kankercel met dit volume na ruim een maand een uitzaaiing met dat volume. Iets boven de ondergrens van de meetbaarheid dus. Tientallen uitzaaiingen met kleinere modulen kunnen dan over het hoofd gezien worden.
De vraag is dan natuurlijk of zo’n kleine, groeiende module al op een vroeger tijdstip een moleculair signaal heeft afgegeven aan het bloed (of de urine of de poepvi), b.v. PKM2. Als dat het geval mocht zijn, volgt daaruit dat bij het ontstaan van meerdere uitzaaiingen in hetzelfde metastaseringsgeval de afwijking eerder ontdekt kan worden met een bloedtest dan met een scan. Bij tien van zulke micrometastasen in mijn rekenmodel een week eerder. Als de bloedtest gevoeliger zou zijn nog veel eerder.
Dat brengt mij op de volgende overweging. Bij de stadiëring van tumoren voor lokale behandeling met bestraling en/of chirurgische ingrepen worden metastasen <200 mm3, zoals hierboven benadrukt, niet ontdekt. Door, voor alle zekerheid, in de periode vooraf aan (de beslissing voor) de ingreep de proliferatie van de kankercellen te remmen, kunnen de micrometastasen die in het vooronderzoek aan de aandacht ontsnapt zijn, misschien zelfs verdwijnen. Dit kan er dan weer toe leiden dat de lokale behandeling succesvoller kan uitpakken. En dit is in wezen aangetoond in het retrospectieve onderzoek van Leezenbergvii voor een bestaand antibioticum dat op geheel andere grond werd toegediend, dit in een dosering die voor dit effect niet eens optimaal was zoals we inmiddels weten. Het betreft doxycycline. De vraag is misschien of dit onderzoek aan de eisen van verificatie en falsificatie van Karl Popper voldoet. Maar dat zal een patiënt die er betere kwaliteit van een langer leven mee krijgt worst wezen. Die wil boter bij de vis.
Albert M. Kroon
Haarlem, 10 januari 2018
____________________________
i Oudkerk, M., Devarai, A. Vliegenhart R., et al, Lancet Oncol. 18 (2017) e754-e766.
ii Thierens, S., medischcontact.nl/wetenschap.
iii Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse Taal, S/Z 11e druk, 1984, 2567.
iv CT = computertomografie.
v Schattings- en rekenfouten graag melden op AMK@keab.nl.
vi Er is inmiddels veel te doen over mogelijkheden in poep en/of urine markers voor kwaadardige aandoeningen in een vroeg stadium te signaleren.
vii Leezenberg, J.A., Wesseling, H. and Kroon, A.M., Eur. J. Clin. Pharmacol. 16 (1979) 237-241