Na twee dagen duidelijk dat chemo werkt.
Onder deze titel verscheen in Het Parool van 19 december een artikel van Hannelore van Houwelingen over een nieuwe techniek die door de celbioloog Clemens Löwik is bedacht met het doel om de werking te kunnen vaststellen. Veelbelovend omdat de dokter dan zou kunnen beslissen of doorgaan met de kuur zin heeft of niet. Met de techniek kunnen door necrose ontstane, dode cellen worden aangetoond omdat hun celwand doorlaatbaar is voor een lichtgevend stofje dat door Löwik en medewerkers is ontwikkeld. Zie je na 48 uur meer dode cellen, dan werkt het. Tijdig stoppen met dure kuren zou ook een belangrijke bezuiniging op de kosten van de gezondheidzorg inhouden.
Nu had ik toevallig een artikel gelezen, dat kenners onder u kunnen opzoeken op pubmed onder Xie B(2015)39036. Daar was ik niet van ondersteboven. Bovendien is de uitspraak volgens mij wetenschappelijk niet waar en maatschappelijk onzin. Het schept verwarring en valse verwachtingen. Mij lijkt de volgende vraag belangrijker:
“IS HET NA TWEE DAGEN DUIDELIJK OF CHEMO NIET WERKT?”
Als je een patiënt iets geeft wat necrose moet veroorzaken en je stelt toename van necrose vast, dan voldoet zoiets aan de verwachting en zou je door kunnen gaan. Maar veel chemo is niet op necrose gericht. Dus het is dan niet mogelijk vast te stellen dat het niet werkt. Ik zal dat toelichten.
Necrose & apoptose
Er zijn twee sterfscenario’s voor cellen: een geprogrammeerd dat apoptose wordt genoemd en een on-geprogrammeerd dat als necrose wordt bestempeld. De bepaling van Löwik richt zich uitsluitend op necrose. Er is echter een groot aantal chemotherapeutica dat zich niet op de genezing van kanker richt via necrose. Het gloedvolle betoog van René Bernards in DWDD van 5 oktober 2015 is daarvan een voorbeeld. Hij besprak chemotherapeutica die met een scenario van het eigen immuunsysteem, ons afweersysteem dus, tumoren zouden kunnen doen verdwijnen. Dit systeem bedient zich niet van necrose en heeft misschien wel meer dan 48 uur nodig voor het bereiken van een effect.
Dan de geprogrammeerde celdood, de apoptose. Dit betreft een reeks reacties binnen de cellen, die op gang gezet wordt als de celwand nog intact is. In die cellen komt het stofje van Lõwik niet binnen. Ze worden dus niet ontdekt ofschoon ze buitengewoon nuttig bezig kunnen zijn om de kanker te bestrijden.
Als de op zich misschien nuttige methode op alle chemo’s zou worden toegepast, bestaat de grote kans dat veelbelovende behandelingen ten onrechte worden afgebroken. Daar heeft niemand wat aan. Je moet er wel zeker van zijn dat de gekozen chemo moet werken op basis van necrotizering. Het heeft daarom m.i. geen pas om de techniek te positioneren als middel om de werkzaamheid van welke chemo dan ook na twee dagen te kunnen vaststellen. De gemiddelde krantenlezer zal toch voor de definitie van “chemo” immers op Wikipedia zijn aangewezen.
Zorgkosten
Het argument dat de techniek kan leiden tot lagere zorgkosten slaat m.i. ook nergens op. Bij het ontbreken van effectiviteit zal direct gegrepen worden naar andere chemo’s, die niet kosteloos zullen zijn, waarschijnlijk zelfs kostbaarder. Het vooruitzicht dat kanker in de komende decennia als een chronische ziekte te boek zal komen te staan, is sowieso een probleem. Zo lang het een ziekte blijft, waarvoor geen genezing wordt bedacht, zullen de kosten blijven stijgen.
Haarlem, 16 januari 2016.