Dr Albert M. Kroon

arts-biochemicus

oud-hoogleraar  Fysiologische Chemie RUG

P R O T O C O L S L A V E R N IJ !

 

In een column in Medisch Contact van 20 september 2018 door Esther van Fenema met de titel: “Welvaartsziekten vragen om een nieuwe manier van medisch denken”, werd ik vooral getroffen door de eerste twee zinnen. Die luidden: “De arts van nu is afgericht als brave protocolslaaf. Maar iets meer kritische zin zou de zorg goedkoper en vooral effectiever kunnen maken”. Ook verder kan ik me in haar column uitstekend vinden. Hardlopen doe ik niet meer. Broccoli serveer ik regelmatig.

 

Maar vooral de eerste zin brengt me er toe in deze column een ervaring te beschrijven, die me nog steeds dwars zit. Op een reünie van mijn inmiddels opgeheven studentenvereniging kwam ik een goede kennis tegen uit mijn studententijd, die ik jaren niet had ontmoet. Toen ik hem vroeg waarom hij niet door zijn echtgenote werd vergezeld, die ook lid van de vereniging was, bleek dat zij ziek was. Verdrietig, ze bleek kanker te hebben, waarvoor ze werd behandeld met een middel dat mij bekend is. De oncoloog bleek redelijk tevreden over het verloop. Op mijn vraag “heeft ze dan geen bijwerkingen?” meldde hij dat ze inderdaad huidafwijkingen had, die door een huidarts werden behandeld. Antwoord op mijn vraag wat de huisarts voorschreef, moest hij schuldig blijven. We spraken af dat hij mij ’s avonds om 22 uur zou bellen om me mee te delen dat op dat potje doxycycline stond. Dat klopte.

 

Als bezoeker van mijn website weet u, dat ik van mening ben dat doxycycline de vermeerdering van kankercellen kan remmen. Ik klom dus in de pen om te proberen hierover een gesprek te krijgen met de behandelende oncoloog. Na weken ging ’s morgens vroeg mijn telefoon, het vaste nummer. Die neem ik dan nog niet op; iedereen die een dringende boodschap voor mij zou hebben, belt mij mobiel. Er bleek ingesproken: zonder naam, zonder e-mail adres, zonder telefoonnummer. De mededeling was, dat ik me tot het Antonie van Leeuwenhoek moest wenden, omdat de oncoloog ‘volgens de protocollen werkte’. De oncoloog als protocollaborateur, als protocolslaaf dus.

 

Dat deze karakterisering kant en wal raakt, bleek mij recent. Een patiënt met prostaatkanker die mijn verklaring voor de mogelijke werking van doxycycline aannemelijk vindt, bracht dit bij zijn oncoloog ter sprake. Die meldde, dat zo’n werking bijzonder onwaarschijnlijk is, omdat het anders wel in de protocollen zou staan. Dit is volgens mij extreem naïef.

 

Esther van Fenema breekt een lans voor de leefstijlgeneeskunde. Uitkomsten uit onderzoek zijn echter niet patenteerbaar. Dat brengt haar tot de uitspraak dat Pfizer en Roche niet geïnteresseerd zijn in hardlopen en broccoli. Pfizer is, in ieder geval was wel geïnteresseerd in doxycycline. Pfizer betaalde zelfs in 1984 de tweede druk van het proefschrift van wijlen Dr Coby van Bogert, dat als titel had: “Mitochondrial protein synthesis as target in cancer chemotherapy:  the cytostatic effect of tetracyclines”. De industrie richt zich op patenteerbare analogen van doxycycline om de kassa weer te laten rinkelen. Die zijn dus overbodig!

 

Haarlem, oktober 2018

Albert M. Kroon