T R I A G E
In het artikel van Wout Woltz met de titel “Helaas mijnheer, het leven is nu op rantsoen” kwam tijdens het Paasweekeinde in de rubriek Opinie & Debat van de NRC de problematiek van de triage aan de orde: wie heeft voorrang voor de behandeling op de intensive care unit (ICU) in de huidige pandemie? Ondanks de inmiddels opgevoerde capaciteit is die vraag helaas nog actueel.
Uiteraard moet ernaar gestreefd worden corona-patiënten in leven te houden. Vooral patiënten die het virus stevig te pakken heeft, bouwen waarschijnlijk een hoge immuniteit op. De hamvraag is dan natuurlijk: hoe houd je die in leven zonder ernstige overbelasting van de ICU en zonder de enorme medische zorgbehoefte die daarmee gepaard gaat.
Bestaat daarvoor een behandeling? Misschien (persoonlijk denk ik zeer) wel! Er is in het ziekteproces zeer waarschijnlijk sprake van een auto-immuun component. Als corona iets zou afkijken van influenza, kan het longinfecties door schimmels en bacteriën verwekken die daarbij de hoofdsymptomen vormen. Bovendien: de longafwijkingen bepalen inderdaad de ernst van de aandoening. En die zijn misschien te voorkómen door een preventieve behandeling of de bestrijding van deze complicaties. Dat is te proberen met een bestaand middel dat de ziekte van Lyme bestrijdt en de proliferatie van clonaal delende T-cellen remt.
Dat zal dan waarschijnlijk niet leiden tot oplossing voor het probleem, dat door Wout Woltz terloops in het kader van prognose even werd aangesneden, of je een kostbaar medicijn moet geven voor drie maanden levensverlenging. Maar een geringer beroep op de ICU, kan misschien wel voorkómen dat levensverkorting zou optreden voor patiënten die met andere ziektes in de wacht gezet worden.
Haarlem, 17 april 2020
Albert M. Kroon